Ontwikkelingsfinanciering

Ik word steeds radicaler en ik hoop dat dat koren op de molen is van de discussie hier. Ik woon nu al meer dan 15 jaar in Kenia en ik heb redelijk wel rondgereisd op dit continent. En hoewel ik nu een media-ondernemer ben, was ik vroeger journalist. En die manier van onafhankelijk denken en kijken kan ik niet loslaten. Sterker nog, het is een tweede natuur geworden. In die 15 jaar heb ik een omwenteling meegemaakt in mijn eigen denken. Aanvankelijk dacht ik, hulp geven is cool. Toen dacht ik, hulp geven on demand is het enige redelijke.

En nu denk ik, moreel oké zaken doen, dat is het enige wat werkt. Laat me een anekdote geven die mijn denken veranderde. Ik was door de EU gevraagd om een project te verzinnen. Een verregaande inhoudelijke discussie tussen de toekomstige leiders van de EU en Afrika. Over onderwerpen die ons allemaal aangaan of in de toekomst aan zullen gaan. Dat was de vraag van hen. Dat leek mij zinnig en ik ontwierp een plan. Een langdurig debat, gepland voor 7 jaar, tussen studenten van Afrikaanse en Europese universiteiten over allerlei thema's.

Ze zouden elkaar leren kennen, elkaar standpunten leren begrijpen en heen en weer kunnen reizen. En vooral, er was een basis van onderlinge gelijkheid. Ik had iets heel multimediaals bedacht. En er was geld voor. De opdrachtgever, de EU, vond het fantastisch. Dus toog ik aan het werk. In Europa was het vrij makkelijk om universiteiten op het lijstje te krijgen. In Afrika was dat een stuk lastiger.

Niet alleen omdat ik meteen gevraagd werd wat dat, in contante, aan de universiteit zou opleveren, maar vooral, deze discussie dint niet de Afrikaanse zaak en dit plan is geen Afrikaanse wens. Het is een Europese vorm om over een Europese discussie de schijn van gelijkwaardigheid te leggen. Maar het was niet gelijkwaardig, want Europa betaalt en Europa bepaalt de spelregels van deze discussie. Uiteraard vroeg ik dan wat de Afrikaanse wens zou zijn, hoe het voor Afrika relevant zou kunnen worden en hoe het voor de toekomstige leiders wel acceptabel zou zijn. En veel verder dan geld kwam het niet. Voor de goede orde, ik sprak met professoren en dekaren van Macarera University in Kampala, Universiteit Cheikh Antadyob in Dakar en Al-Azhar University in Cairo. Geen lullige plekjes. Later sprak ik ook met de studenten van deze universiteiten.

Die hadden min of meer eenzelfde sentiment. Het discours is getriggerd door het noorden en wij moeten antwoord geven. En evident vroeg ik ook hen, maar wat is dan jullie vraag? En het antwoord was wederom onhelder en rommelig en kwam, na heel veel vragen neer op, maak ons duidelijk wat wij hier aan hebben. Zij draaiden de zaak dus om. Zij konden niet zeggen wat zij wilden, ik moest hen zeggen wat zij eraan hadden. Als dat de eeuwige kwestie is tussen Noord en Zuid, Noord wil helpen en Zuid vindt dat er een schuld open staat, dan is de discussie bij voorbaat verlamd. Zolang het Noorden wil blijven profiteren van het Zuiden, het leegtrekken en badineren, en het zuiden wil blijven profiteren van de emotionele en historische schuld plus de maximale winsten voor hun leiders, dan blijft er een gat in de discussie. Als er een discussie is die gevoerd wordt door verbale Afrikanen, niet te radicaal en leuk om naar te luisteren en goedwillende Noorderlingen die empathisch zijn maar geen macht hebben, dan gaat het alleen maar over de vorm.

Zolang er geen fundamenteel equilibrium is, is het een scheve discussie en kunnen wij met onze goedbedoelde potten geld klaarstaan, her en der een projectje doen van een paar ton tot een paar miljard, maar werkelijke gesprekspartners worden we niet zolang de ereschuld van het kolonialisme, het neokolonialisme en de huidige economische plundering van Afrika doorgaat. Zonder een visie aan de omvangende kant stokt het gesprek ook. Ik hou niet zo erg van het neoliberalisme. Maar ik denk dat een zakelijke aanpak waarbij de Afrikaanse leider, van CEO tot president, verantwoordelijkheid draagt, zinnig is. Plus de cruciale rol van de vrije pers en de publieksvoorlichting, maar dat is een andere Africast. Daarbij moet er zoveel mogelijk waardevermeerdering komen in Afrika, maar dat is een oude riedel die iedereen wel kent. Mijn gedachte is dat het onmogelijk is om met onze verlichte filosofie uit de 18e eeuw zaken te doen met Afrika die deze filosofische omwenteling niet heeft meegemaakt en misschien ook helemaal niet wenst mee te maken. Het opleggen van normen, systemen en waardes is uit den boze.

Maar het is verdomd lastig acteren als de tegenpartij de spelregels afwijst en niet met alternatieve regels komt. Dan is het dus verder aan de ondernemers om het spel te spelen. Samengevat, als er geen vraag is, hoe kun je dan een antwoord geven? En, als je een antwoord geeft op een ongestelde vraag, Is dat dan niet altijd paternalistisch?

Auteur: Alexander Valeton

Meer over dit onderwerp? Beluister aflevering 74: Wie heeft het geld opgegeten?

Next
Next

Droogtearmoede